3 april 2024

Een hele goede vrijdag

Ik zit in de bus op weg naar het heiligdom van Onze Lieve Vrouwe in Heiloo. Dat is schuld van Zwanine Siedenburg. Of beter: het is mijn eigen schuld.

Ik ben bezweken voor de charmes van de Amsterdamse drugspastor. Ze had me gevraagd om mee te gaan op de jaarlijkse bedevaart naar de kruiswegstaties in Heiloo. Om de groep te begeleiden. Ik heb ja gezegd. Maar vrijdag is mijn vrije dag. Daarom is de muziekles verschoven. De honden moeten het vandaag stellen zonder het rituele uitje in het Amsterdamse bos. Maar echt spijt had ik natuurlijk niet.

Bij de koffie kwam ik een oude kennis van me tegen. Hij stelde me gelijk voor aan de mensen om hem heen. “Hij is een dominee en erg goed”. Zijn buurvrouw gaf gelijk haar rugzak aan mij in bewaring. Ze had teveel meegenomen en ik had niks – zag ze. Ook kon ik haar wel ondersteunen, ze liep moeilijk. Na de lunch en mooie preek van de drugspastor volgde het hoofdprogramma. In kleine groepen langs de statiën. Het bleken lelijke tegeltableaus uit de jaren vijftig. Of misschien zelfs jaren dertig. Verdrietige scenes uit het leven van Jezus. Ons clubje nam de taak serieus. We stonden stil bij ieder tableau. Veertien stuks. Ik wist de weg niet, maar bijna iedereen was hier al vaker geweest. Op papier had ik de leiding, maar eigenlijk werd ik zelf vooral rondgeleid door het heilige park.

De verdiepende vragen in boekje werden gretig beantwoord. Wanneer wij eenzaam waren en kwetsbaar en waar onze veerkracht was. Bij de dood van Jezus en zijn graf kwamen de verhalen echt los. Hoe je wakker werd naast je dode man en dat hij daarna in een wilgen mand gelegd werd en in de camper naar het crematorium gebracht. Er was ook een zus. Ze had tijdens Corona drie dagen dood in haar bed gelegen zonder dat iemand haar mistte. Erger dan Jezus’ lijden vond haar broer. Toen kwam als slotakkoord de berg Golgotha. Ik schrok ervan. Een levensechte berg van keien met bovenop Jezus aan het kruis. Levensecht.

Gelukkig floten de merels en scheen de zon. Hier en daar werd een selfie gemaakt met Jezus aan het kruis op de achtergrond. Ik keek er niet meer van op. Mijn clubje was maar al te vertrouwd met verraad, eenzaamheid en lijden. Deze lijdende Jezus was hun maatje. Met de Man van Smarten als gezelschap waren we aan het einde van de kruisgang bijna vrienden.

We moesten ons haasten, de bus stond al weer klaar. Op de achterbank dommelde ik in slaap. Aangekomen in Amsterdam dacht ik: dit was een heel bijzonder schoolreisje. Moe en voldaan fietste ik door de drukke stad vol toeristen terug naar huis. Het was een hele goede vrijdag geweest.

 

Ben de Boer, geestelijk verzorger Arkin (GGz Amsterdam)